Water voor later
Maatschap Wollerich wil haar kavel zo inrichten dat de bodem maximaal water kan vasthouden. Dat is water voor later. Kern van het plan is minder water afvoeren, elektrisch water naar hoger gelegen perceelsdelen pompen en minimaal beregenen. Dit heeft geleid tot wat het bedrijf noemt een hybride waterbuffering. Het vraagt een behoorlijke investering. Maatschap Wollerich werkt op deze manier aan een duurzame landbouw.
Water is belangrijk voor de landbouw. De gewassen hebben voldoende vocht nodig. Het beste is dat het gewas water uit de bodem kan halen. De gewassen kunnen de wateraanvoer via beregening minder efficiënt benutten voor de groei dan wateraanvoer via een voldoende vochtige bodem. Ook het bodemleven heeft vocht nodig. Voldoende watervoorraad geeft een beter bodemleven en daardoor gezondere gewassen. Beregening kan wel bijdragen aan een beter, gematigder klimaat in het gewas.
Beregening heeft naast voordelen ook nadelen. Het leidt tot snelle veroudering van het gewas en dus een kortere groeiperiode. Het kost bovendien veel energie en een deel van het toegediende water verdampt snel. Ook moet het waterschap in droge perioden veel water aanvoeren om beregenen mogelijk te maken. Dit water komt in ons gebied uit het IJsselmeer. Hoe meer water in de bodem wordt vastgehouden, hoe minder aanvoer nodig is. De spons- en bufferwerking van de bodem is heel belangrijk. En het wordt steeds belangrijker, want door het veranderende klimaat komen steeds vaker periodes van droogte en perioden met extreme neerslag voor. Aan de andere kant staat die spons- en bufferwerking steeds meer onder druk, bijvoorbeeld door verdichting van de bodem en (te) lage gehalten organische stof. Wollerich probeert dit te ondervangen met de juiste combinatie van diepe en ondiepe bodembewerking en het voeden van de bodem met organische mest, groenbemesters en compost.
Zo veel mogelijk water vasthouden in de bodem heeft veel voordelen. In de winter en in perioden van veel neerslag levert de grond extra buffercapaciteit. Dit water zorgt ook voor aanvulling van het grondwater. Hoe meer water in de bodem wordt vastgehouden, hoe minder water wordt afgevoerd naar sloten en kanalen en – uiteindelijk – het IJsselmeer. Daardoor zorgt water vasthouden in de bodem in een periode met veel neerslag voor minder wateroverlast in de wijde omtrek. In drogere perioden kunnen de gewassen profiteren van dit gebufferde water. Daardoor is minder beregening nodig.
Water voor later: plan van aanpak
Maatschap Wollerich heeft een plan van aanpak opgesteld om meer water vast te houden in de bodem. Dat is een uitdaging, onder meer doordat er een hoogteverschil in de kavel zit. Het vraagt aanpassing van sloten en dammen. Ook zijn bronnen en pompen nodig om in droge perioden het waterniveau op peil te houden.
In perioden met een neerslagoverschot (met name late herfst en winter) wordt regenwater vastgehouden in sloten met verschillende peilniveaus. Daardoor ontstaan ook verschillende grondwatertrappen. Dat is een goede waterbuffer, waarvan de gewassen in het groeiseizoen kunnen profiteren. Maar in het groeiseizoen valt minder neerslag. Wanneer de gewassen meer water onttrekken dan er neerslag valt, daalt het slootpeil. Om het op peil te houden, pompt de maatschap oppervlaktewater in haar sloten om daarmee het waterniveau in de bodem ook op peil te houden. Blijft het nog langer droog, dan is er op een gegeven moment te weinig oppervlaktewater beschikbaar. Dan vult de maatschap de sloten met bronwater. Lukt het ook niet om daarmee voldoende vocht voor de gewassen beschikbaar te houden, dan moet het watertekort worden aangevuld met beregenen, met oppervlaktewater of met bronwater.
De ervaring van de afgelopen jaren is echter dat maatschap Wollerich in een lange, droge periode zeer beperkt met oppervlaktewater kan beregenen. Het bedrijf ligt namelijk in het laatste stuk van het inlaatgebied. Het oppervlaktewater is opgebruikt voordat het dit gebied bereikt.